Spellingtoren Extra B Varia
Spellingtoren Extra B - Varia
Spellingtoren oefent het herkennen van spellingsfouten: uit een zestal woorden op een kaart dienen de leerlingen het foutief gespelde woord te herkennen. Ook in de reguliere spellingmethodes en toetsen zien we deze spellingoefeningen terugkomen.
Hoe werken leerlingen met Spellingtoren?
Spellingtoren is een spel dat bestaat uit 48 kaarten: 8 series van 6 kaarten. Elke serie is een spelletje op zich! Spellingtoren speelt de leerling alleen of samen op niveau M4, M5, M6, M7 of op het gebied van open/gesloten lettergrepen (LG) of met de mix Varia! Het spelen van 1 serie duurt hooguit enkele minuten. De leerling oefent dan actief en gericht 36 spellingwoorden en andere moeilijke woorden van een bepaald niveau. De kinderen kunnen individueel of in kleine groepjes werken. Doordat een niveauset 8 series bevat, kunt u de series over (groepjes) kinderen verdelen en laten rouleren. Het spel gaat als volgt:
• Leg de 6 kaarten van een speltoren voor je neer. Zoek het fout gespelde woord in de blauwe vaandels
• Zoek daarna de fout in de lichtblauwe vaandels Leg deze kaart boven kaart 1
• Doe hetzelfde met de andere vaandels en bouw zo je toren omhoog
• Goed gespeld? Dan klopt je controlewoord. Zo niet? Zoek de fout!
Waaruit bestaat Spellingtoren?
Spellingtoren bestaat uit 6 doosjes: een doosje voor groep 4, eentje voor groep 5, eentje voor groep 6 en een doosje voor groep 7. Daarnaast is er een doosje met open/gesloten lettergrepen (LG) en een doosje Varia (met cht/gt, d/t, ou/au, ei/ij, ieuw/eeuw/uw, samenstellingen, c/k/s/ en hoofdletters).
Hiermee kan nog extra (op maat) geoefend worden!
Voor groep 4 t/m 7 is er een regulier spel waarin 288 woorden worden geoefend. Deze woorden vormen een mix van alle categorieën die aan bod zijn gekomen. De twee extra spellen oefenen ook nog eens ieder 288 woorden. Het is aan de leerkracht om deze extra spellen geheel of gedeeltelijk te laten spelen. Elk kind kan op ‘maat worden bediend!
Uitgebreide spelbeschrijving van Spellingtoren
De leerling legt de 6 kaarten van een bepaalde serie in willekeurige volgorde horizontaal op de tafel. Vervolgens zoekt de leerling naar het fout gespelde woord in de onderste rij woorden die zijn weergegeven op de donkerblauwe vaandels. De leerling legt de kaart met het fout gespelde woord op de tafel. Deze kaart wordt de onderste kaart van de toren.
Er blijven nu vijf kaarten over. Vervolgens kijkt de leerling naar de woorden op de lichtblauwe vaandels (de op één na onderste rij) en zoekt ook hier de kaart met de fout. Deze kaart wordt boven de eerste gelegd.
Daarna zijn de woorden op de groene vaandels aan de beurt. De kaart waarop het woord fout is gespeld, komt weer boven de eerste twee kaarten te liggen. Zo bouwt de leerling de toren langzaam op. Als men de 6 kaarten boven elkaar heeft gelegd, leest men van boven naar beneden het controlewoord. Hieraan kan de leerling zien of hij/zij de toren goed heeft opgebouwd. Ook de leerkracht kan in een oogwenk controleren of de leerling de toren goed heeft gelegd en daarmee dus de foute gespelde woorden heeft herkend.
Het spel kan op deze manier als tussendoortje snel gespeeld worden. Uiteraard is het aan te raden de zes fout gespelde woorden per serie te laten verbeteren. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door de leerlingen in hun schrift deze woorden goed op te laten schrijven. Ook ideaal om er een leergesprekje aan vast te knopen. De leerlingen zien overigens in het totale spel (8 series) niet alleen 48 foute woorden voorbij.
- (individueel) spel voor het oefenen van spellingwoorden
- per niveau: doosje met 8 x 6 kaarten van 8 x 8 cm